U bevindt zich hier: Home > Artikelindex > Porselein > Porselein F t/m H
Fabeltierdecor (Du.) Porseleindecor ontleend aan de fabels van Aesopus, vooral op serviesgoed en sierstukken, voor het eerst ca. 1730 toegepast in Meissen door A.F. von Löwenfinck. Fa hua Decoratietechniek van Chinees steengoed en porselein, waarbij de contouren van het decor in de scherf of in de sliplaag gegrift werden, waarna de hierdoor ontstane vakken werden ingekleurd. De beschildering gebeurde met san ts’ai-kleuren. Famille jaune (Fr.) Handels- en verzamelaarsterm voor Chinees biscuitporselein uit de K’ang Hsi-periode (1662-1722) waarin de gele grondkleur overheerst.
Famille noire (Fr.) Handels- en verzamelaarsterm voor Chinees porselein uit de K’ang Hsi-periode (1662-1722), waarbij de zwarte grondkleur overheerst.
FamilIe rose (Fr.) Handels- en serzamelaarsterm voor Chinees porselein ontstaan tegen het eind van de regeringsperiode van K’ang Hsi (1662-1722), waarbij een ondoorzichtig roze email de hoofdkleur is.
Famille verte (Fr.) Handels- en verzamelaarsterm voor Chinees porselein uit de K’ang Hsi-periode (1662-1722), waarbij de groene grondkleur overheerst.
Fan-hung Zie IJzerrood.
Fêng-huang (Chin.) Mythische vogel met fazantenkop en hanenkam. De staart is getooid met lange, afhangende veren, de poten zijn lang, als van een kraanvogel. De veren zijn geschilderd in de vijf elementaire kleuren (rood, blauw, geel, wit en zwart), die corresponderen met de vijf voornaamste deugden. Festoen Verticaal neerhangende slinger van bladeren en bloemen en soms ook van vruchten. Fitzhugh border (Eng.) Benaming voor een randmotief op Chinees porselein, dat vnl. voorkomt op export-porselein uit de Ch’ing dynastie. De decoratie bestaat uit servetwerk, verrijkt met vlinders, bloemen of een meanderrand, waarbij verschillende patronen in het midden worden herhaald.
Fleur des Indes Zie Indianische Blumen. Fleur fines Zie Deutsche Blumen. Fliegende Kinder (Du.) Afbeeldingen van amorini op Duits porselein; alleen sierstukken werden hiermee beschilderd. Geïnspireerd op het werk van Boucher.
Fo-hond (Chin.) Hond van Boeddha, mythisch dier in de vorm van een soort leeuw met gekrulde manen en een pluimstaart. De ingang van hoeddhistische tempels is vaak versierd met twee Fo-honden, de ene met zijn poot rustend op een bol, het hoeddhistische juweel vertegenwoordigend, de andere spelend met zijn jong. Fond écaille (Fr. Écaille = 1. schub, 2. schildpad, in de zin van grondstof) Een op porselein voorkomend schildpadkleurig fond van schubben waartegen contrasterende motieven in reliëf, in goud of zilver werden geplaatst. In zwang op het 18de-eeuwse pâte dure-porselein. Fond quadrillé (Fr. quadrille = ruitje) Vulling van ruitjes, veelvuldig toegepast in de 18de-eeuwse ornamentiek.
Fontainebleau In Fontainebleau werd in 1795 een porseleinfabriek opgericht door Jacob, opgevolgd door Weil; vele stukken werden in Parijs gedecoreerd. In 1830 werd het bedrijf door Jacob en Mardochée Petit gekocht en tot grote bloei gebracht. De kwaliteit is echter grof.
Franse punt Oudhollandse benaming uit de 17de en 18de eeuw voor een motief uit de Chinese porseleindecoratie. Het motief wordt gevormd door een spitse gelijkbenige driehoek waarvan alle zijden uit gebogen lijnen zijn samengesteld.
Fritporselein (v. Du. Frittenporzellan) Zie Pâte tendre. Fu (Chin. vleermuis) Teken voor geluk, omdat het woord in het Chinees dezelfde klank heeft als het woord voor geluk. Fukien (prov. in Z.-China) Herkomstgebied van het blanc de chine en van de zgn. grove porseleinen.
Garniture de cheminée (Fr.) Serie van vijf, soms zeven vazen die dienden ter decoratie van de schoorsteenmantel. Deze vazen werden in China in de laatste helft van de 17de eeuw en in de hele 18de eeuw speciaal voor de export gemaakt. Meestal bestaat een stel uit drie balustervormige vazen met deksel en twee bekers. In Meissen werden de stellen nagemaakt.
Gedrochten 18de Eeuwse benaming voor Chinese porseleindecoraties uit die tijd, zoaIs draken, leeuwen, fo-honden en fêng-huangs (in de 18de eeuw ‘feniksen’ genoemd).
Gendi (Maleis, ook kendi of kundi) Schenkkan, die in heel Zuidoost-Azië en in het Midden-Oosten voorkwam, aanvankelijk van brons of aardewerk, in China sinds de 14de eeuw ook van porselein. De gendi is een bolvormige fles met lange of korte hals en een korte schenktuit, die op een halve bol op de schouder is aangebracht. Bekend zijn vooral de gendi‘s uit de Wan-Ii periode, met onderglazuurblauw decor.
Gera (Thüringen) In 1779 werd hier een kleine porseleinfabriek gesticht die slechts enkele jaren heeft bestaan. Van 1780 onder leiding van twee leden van de familie Greiner, in samenwerking met de fabriek van Volkstedt, tot 1782. De producten zijn meestal kopieën van gebruiksgoed uit Meissen, maar er werden ook sierstukken gemaakt, gedecoreerd met stadsgezichten e.d. De scherf is niet zuiver wit.
Gondole, en (Fr., gondelvormig) Langwerpige, naar weerszijden oplopende bolvorm bij vaatwerk en serviesgoed uit de Restauration.
Gotzkowskymuster of erhabene Blumen (Du.) Decoratie waarbij het plat van schotels werd versierd met in een cirkel gerangschikte bloemen en de rand met boeketten, alles in basreliëf. Men treft de decoratie aan op Meissener porselein. Genoemd naar de bankier Johann Gotzkowsky die het motief in de door hem in 1761 gestichte fabriek in Berlijn liet kopiëren. Grand feu Hoogvuur: tussen 1300 en1400° C. Gros bleu (Fr.) Donkerblauwe fondkleur die onder het glazuur van pâte tendre werd aangebracht in Vincennes en Sèvres, in de periode van 1744- ca.1760. Veelvuldig nagebootst (o.a. Mazarine blue). Groszbreitenbach (Thüringen) Porseleinfabriek, in ca. 1778 gesticht en in 1782 in bezit gekomen van G. Greiner die toen al de fabrieken te Wallendorf en Limbach op zijn naam had staan. De productie werd voortgezet tot midden 20ste eeuw.
Gutenbrunn Zie Pfalz-Zweibrücken. Haags porselein Tussen 1776 en 1790 beheerden de Duitse porseleinhandelaar Anton Lyncker, en na diens dood zijn weduwe, een fabriek in Den Haag. Dit Haags porselein werd voor een deel zelf geproduceerd, maar in belangrijke mate ook onbeschilderd uit Duitsland en Doornik ingevoerd en in Den Haag beschilderd. Het heeft smaakvolle en zorgvuldig behandelde decors, voornamelijk in polychroom en goud. Op de buitenplaats Rozenburg bij Den Haag stichtte in 1883 de Duitse porseleinschilder W. Freiherr von Gutenburg een fabriek die beroemd is geworden door ragdun serviesgoed met Jugendstil-decors.
Haie fleurie zie Décor coréen.
Hans Sloane plates (Naar Sir Hans Sloane, botanicus en stichter van de Chelsea Botanical Gardens) Borden van Chelsea-porselein, gedecoreerd met botanische motieven, aangevuld met vlinders en rupsen. Tweede helft van de 18de eeuw.
Hard-paste (Eng.) Pâte dure of echt porselein.
Hausmaler of Winkelmaler (Du.) Niet bij fabrieken aangesloten porseleinschilders; zij werden door de fabrieken bestreden, niet zozeer uit concurrentienijd als wel ter bescherming van de goede naam van de porseleinbranche. Zij ontwikkelden zich uit de glas- en emailschilders, vooral in de omgeving van Augsburg. Aanvankelijk was men in Meissen bijna dankbaar dat er vakbekwame Hausmaler als de Auffenwerths en Seuters bestonden; na 1730 namen dezelfde fabrieken echter alle beschikbare middelen te baat (streng verbod op het naar buiten smokkelen van onbeschilderd porselein, resp. wegslijpen van het firmamerk) om het contact met de Hausmaler te bemoeilijken. Tegen het midden van de 18de eeuw stierf het vak geleidelijk uit; slechts enkele vermogende dilettanten zoals kanunnik von dem Busch hielden zich er soms nog mee bezig. Behalve de al genoemden behoren Bottengruber, Preiszler en Wolfsburg (Wenen), Ferner en Mayer-Presnitz, Metzsch en Jucht (Meissen) tot de meest begaafde Hausmaler.
Heaped and piled (Eng.) Benaming voor een bijzonder soort blauwwit porselein uit de regeringsperiode van keizer Hsüan Tê (1426-1435), dat gekenmerkt wordt door zwarte vlekjes in het donkerblauw, veroorzaakt door plaatselijke verdikkingen in de laag kobalt. Himeji Jap. keramisch centrum in de provincie Harima, waar in de 19de eeuw celadon en blauwwit porselein werden gemaakt.
Hoho êrh hsien (Chin., de tweeling) Onderwerp gemodelleerd in plastiekjes van biscuit zoals die tijdens K’ang Hsi (1662-1722) veel werden gemaakt. De tweeling wordt meestal als een stel haveloze bedelaars uitgebeeld.
Hoogvuurkleuren Het hoogvuurkleurengamma is uiterst beperkt omdat de meeste metaaloxiden bij deze temperatuur verbranden. Slechts twee kleuren, het blauw van kobaltoxide en het rood van koper- of ijzeroxide waren bestand tegen de hitte van het grand feu, en konden dus worden aangebracht voordat het voorwerp werd blootgesteld aan de glazuurbrand (onderglazuurkleuren). Het resultaat is een volledige versmelting met de omringende lagen, waardoor de tekening enigszins is vervloeid.
Hoseki zogan Zie Zogan.
Hsien-Fêng (1851-1861) Chin. keizer uit de Ching-dynastie. Tijdens zijn regeringsperiode vond de T’aiping-opstand plaats en werd Ching-tê-chên verwoest.
Hsien hung (Chin., bloedrood) Versiering in onderglazuur-koperrood. Het vond zijn hoogtepunten in de periode Hsüan Tê. Een andere benaming is chi hung, offerrood.
Hsüan Tê (1426-1435) Keizer uit de Chinese Ming-dynastie die aan de porseleinkunst van zijn tijd nieuwe impulsen gaf. De Hsüan Tê periode wordt dan ook beschouwd als de klassieke periode van het Chinese blauwwit en van de versiering met rood onder het glazuur.
Hunger-email Porseleindecoratie in transparante emailkleuren met bladgoud verguld, uitgevonden door de Duitse goudsmid, J. M. Dinglinger, en toegepast door de vergulder en arcanist Christoph Conrad Hunger. Porselein Alfabetisch gedeelte A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z
|