Antiek tin: L t/m Z
Antiek-Encyclopedie.nl: Het informatiepunt voor de antiekliefhebber.



Laatbekken

Ondiepe, ronde kom met één ajour bewerkt handvat, gebruikt bij de aderlating. Gemaakt van zilver, tin of plateel. Soms zijn de kommen voorzien van een schaalverdeling. 17de en 18de eeuw.
.Bronvermelding    |    Top


Maten en maatjes

Vanaf de middeleeuwen tot in de 19de eeuw gemaakt van tin, vanaf de 18de eeuw ook van koper, met aan de binnenkant een laagje brons of tin. Maten zijn aan de bovenrand voorzien van ijktekens - door de overheid ingeslagen stempels - die betrekking hebben op de inhoud en slechts gedurende een bepaalde tijd geldig zijn, waarna het voorwerp opnieuw moest worden geijkt. In herbergen werden ook maatbekers gebruikt en maatkannen, aan de binnenkant voorzien van een pinnetje dat de juiste hoeveelheid drank aangaf. De maten werden gemaakt voor een inhoud van 1 centiliter tot 2 liter. Nederlandse maten zijn in de 16de en 17de eeuw balustervormig, maar krijgen al spoedig de bekende cilindervorm; de schenkrand is doorlopend en loopt boven het rechthoekige oor omlaag. Franse maten zijn cilindervormig, maar zonder aflopende schenkrand en zijn voorzien van een rechthoekig oor. Engelse maten zijn meestal, vanaf de 16de eeuw, balustervormig en gedrongen van vorm, met iets uitlopende voet.
.Bronvermelding    |    Top


Peauter

(v. Oudfr. peautre, Eng. pewter) Legering van lood en tin waarvan van oudsher het meeste tingoed werd gemaakt.
.Bronvermelding    |    Top


Pelgrimsteken

Tinnen insigne dat in de middeleeuwen door de aan bedevaartsplaatsen verbonden instellingen te koop werd aangeboden. Deze insignes waren ajour-gegoten en vertoonden de uitbeelding van het desbetreffende mirakel, verlucht met toepasselijke teksten en gevat in een architectonische contour. De bedevaartgangers namen deze insignes mee ten teken dat zij de tocht hadden volbracht, en om zich op de terugtocht van een zekere welgezindheid te verzekeren. Men hechtte de insignes zichtbaar aan hoofddeksel of op kleding, maar ook zijn bij opgravingen op plankjes gehechte exemplaren gevonden.
.Bronvermelding    |    Top


Pewter

Zie Peauter.
. Top


Pied de biche

(Fr.) Type lepel, gemaakt van zilver, tin en soms van messing, waarvan het uiteinde van de steel voorzien is van twee insnijdingen, en daardoor in drie delen is verdeeld, waarvan het middelste breder is dan de andere twee. De steel is plat en het uiteinde breed uitgehamerd. Steel en bak zijn doorgaans door middel van een naald met elkaar verbonden. Dit type lepel werd vanaf het midden van de 17de eeuw gemaakt, in later tijd werden de stelen soms met graveerwerk geornamenteerd.
.Bronvermelding    |    Top


Platwerk

Oude benaming voor platte tinnen borden, schalen, teljoren, schotels e.d., in tegenstelling tot holgoed, dat ook wel rondwerk werd genoemd. Platwerk werd gegoten en vervolgens met de hamer bijgewerkt.
.Bronvermelding    |    Top


Pronkbeker

Zie Edeltin.
. Top


Pijpkan

(Fr. biberon) Zilveren of tinnen zuigkannetje met deksel en meestal opzij geplaatst oor voor kleuters. Voorloper van de zuigfles van 16de – 18de eeuw.
.Bronvermelding    |    Top


Ratskanne

(Du.) Zie Stadskan.
. Top


Rembrandtkan

Tinnen drinkkan uit de 17de eeuw, met cilindrische hals met deksel, iets versmalde voet en een balustervormige romp en oor. Het verband met Rembrandt is onduidelijk.
.Bronvermelding    |    Top


Roosmerk

(Eng. rose and crown) Ontleend aan het wapen van de Tudors, werd in het begin van de 16de eeuw door het Londense tinnengietersgilde ingesteld als merk voor de beste kwaliteit tin (2 procent lood en 98 procent tin). Het roosmerk werd door de Nederlanden overgenomen. In de 17de eeuw wordt onderscheid gemaakt tussen tin van de beste kwaliteit waarvoor een grote roos wordt gebruikt en tin van tweede kwaliteit dat met een kleine roos wordt gemerkt.
.Bronvermelding    |    Top


Rörken

(Du., pijpje) Tinnen drinkbeker die gedurende de 17de en 18de eeuw in Noord- Duitsland in zwang was. De beker is voorzien van een meestal glad deksel en S-vormig handvat, de slanke romp verbreedt zich naar boven toe, de voet is plat en breed. Als duimrust is een bolletje op het deksel aangebracht.
.Bronvermelding    |    Top


Rose and crown

Zie Roosmerk.
. Top


Schapenkannetje

Hollands tinnen, gedrongen kannetje met schuinstaande laag aangezette tuit, door dwarsstang aan de hals verbonden. Werden óf gebruikt voor het spenen van lammetjes, voor ziekenvoeding; óf gewoon als schenkkan. In de 16de en 17de eeuw in gebruik.
.Bronvermelding    |    Top


Scheuer

(Du., v. schiure = beker) Duitse drinkbeker uit de 15de en 16de eeuw op vlakke bodem of standring, met roodbuikig lichaam en horizontaal afstaand handvat.
.Bronvermelding    |    Top


Schleifkanne

(Du.) Hoge tinnen kan uit de 15de en 16de eeuw, stammend uit Silezië. De kan heeft een naar boven schuin toelopende wand; de romp is verdeeld in polygonale vlakken, die doorgaans versierd zijn met gegraveerde religieuze voorstellingen of afbeeldingen van heiligen. De kan is voorzien van drie klauwpootjes, handvat, en soms van een messing kraantje en scharnierend deksel. Op dit deksel zijn dikwijls in reliëf attributen afgebeeld die betrekking hebben op het desbetreffende gilde. Bij gildenfeesten werden deze kannen als schenkkan gebruikt. Een andere uitvoering van deze kan heeft een cilindrische romp; deze komt tot in de 18de eeuw voor.
.Bronvermelding    |    Top


Siertin of Britannia metal

(Eng.) Legering van tin met 7% antimoon en 2% koper, vanaf ca. 1770 toegepast als goedkope imitatie van pleet.
.Bronvermelding    |    Top


Stadskan

Grote tinnen schenkkan, waaruit de erewijn geschonken werd voor de genodigden van de stadsmagistraat, of waarin de stadswijn als geschenk aan vooraanstaande gasten werd aangeboden. Beschikte elke stad oorspronkelijk over verschillende exemplaren, een reeks van 12 stuks is later heel normaal; meestal blijven hiervan slechts één of enkele stukken over. Tijdens de 15de – 17de eeuw in gebruik.
.Bronvermelding    |    Top


Stegkanne

(Du.) Tinnen schenkkan, in Zwitserland in gebruik van de 17de tot de 19de eeuw. Het model lijkt op dat van de Jan Steen-kan; de romp van de kan is peervormig, de tuit is recht van vorm en schuin op de romp gezet, daarmee verbonden door een verbindingsstang (Steg) die soms de vorm heeft van een arm met een hand. Het deksel is voorzien van een knop en het onderste gedeelte van het oor loopt recht omlaag.
.Bronvermelding    |    Top


Stitze

(Du.) Hoog type drink- of schenkkan zonder of met schenklip (Schnabelstitze) met holronde romp die aan de voet het breedst is. Het deksel is gewelfd of vlak en hartvormig, het oor hoog aangezet. Stamt uit de 17de eeuw uit Zuid-Duitsland en Zwitserland. De Stitzen uit Solothurn (Zw.) onderscheiden zich door een baardig masker aan de schenklip (Bartmanns-Stitze). Het oppervlak is doorgaans onversierd; Stitzen uit Zürich zijn echter dikwijls versierd met gegraveerde ranken- en bloemendecors.
.Bronvermelding    |    Top


Stoop

(v. Du. Stop) Dikwandige, op een vijzel lijkende gildenbeker met twee oren, soms op leeuwenklauwen rustend. De 15de eeuwse vorm is breed en gedrongen om in de 16de eeuw plaats te maken voor slankere verhoudingen waaruit in de 17de eeuw ten slotte het Rörken ontstaat.
.Bronvermelding    |    Top


Teljoor

(Oud-Ned., v. Fr. tailler = snijden) Aanvankelijk een rechthoekig of rond houten plankje of tinnen plaatje, soms met een holte aan beide kanten, zodat men het plankje door het om te keren voor twee gerechten kon gebruiken. In de 17de eeuw werd de rand dikwijls geprofileerd, zowel ter versiering als ter versteviging. In het midden van de 17de eeuw werden teljoren ook dikwijls van vertind koper en zilver gemaakt. De benaming teljoor is men ook gaan gebruiken voor middeleeuwse tinnen borden van dit model met een klein opstaand randje.
.Bronvermelding    |    Top


Thistle mark

(Eng.) Tinmerk voor Schots tin, vanaf de 17de eeuw in gebruik. Heeft dezelfde betekenis en waarde als het Engelse roos- en kroonmerk.
.Bronvermelding    |    Top


Tinmerken

Door de tingieters zelf op hun producten ingeslagen merken, dit waren er meestal twee: kwaliteitsmerk en stadsteken, waarin meestal initialen of een ander kenteken van de gieter zelf verwerkt zijn. Bij controle door de keurmeester kon dan eventueel de gieter ter verantwoording worden geroepen. De reglementen werden bij tin veel minder streng toegepast dan voor edelmetalen. De gehaltetekens verschillen van streek tot streek. De beste kwaliteit, zonder lood, werd met een engel gemerkt in de Duitse landen, met Tudorroos in Engeland en de Nederlanden, F. of FF met lelie in Frankrijk. Mindere kwaliteiten werden onder meer met hamer, kleine roos, C of CC aangeduid.
.Bronvermelding    |    Top


Tinpest

Geen oxidatie, maar een omzetting, bij een temperatuur beneden 14 gr. C., van wit tin met kristallijne structuur, s.g. 7,3, tot grijs tinpoeder, s.g. 5,8. Eerst verschijnen er vlekjes, die uitgroeien tot wratten en geleidelijk valt het gehele voorwerp uiteen; het is zeer moeilijk dit omzettingsproces tegen te houden; het verdient daarom aanbeveling antiek tin niet op onverwarmde plaatsen te bewaren. Loodhoudend tin is minder onderhevig aan dit verschijnsel.
.Bronvermelding    |    Top


Tinroos

Zie Roosmerk.
. Top


Tudorroos

Een gestileerde roos die door Hendrik VII (regeringsperiode 1485-1509) als embleem werd gekozen. Deze bloemvorm werd in Nederland en Engeland ook toegepast als tinmerk.
.Bronvermelding    |    Top


Umbo

(Lat.) Verhoogd middengedeelte van koperen en tinnen borden en schalen.
.Bronvermelding    |    Top


Viermerk

Tinkeur bestaande uit vier schildvormige merken in de trant van de zilvermerken. De sierschildjes bevatten achtereenvolgens het meesterteken van de tingieter, een kwaliteitsmerk (voor Ned. en Eng. een roos), een teken van het land van herkomst (dikwijls een klimmende leeuw) en een stadswapen. Wanneer dit laatste merk werd weggelaten spreekt men van ‘driemerk’. In de 16de en 17de eeuw werd het driemerk ook dikwijls gebruikt ter aanduiding van tin met een zeer laag loodgehalte, waarbij het stadswapen of het meesterteken twee keer achter elkaar werd gestempeld. In Nederland werd het viermerk in de 18de eeuw ingesteld ter aanduiding van tin van eerste kwaliteit: dikwijls is dit viermerk gecombineerd met een gekroonde K.
.Bronvermelding    |    Top


Walliser Kanne

(Du.) Tinnen wijnkan, in Zwitserland in gebruik gedurende de 17de, 18de, en 19de eeuw, genoemd naar de streek van herkomst, het kanton Wallis. De kan heeft een bolvormige romp, ingesnoerde voet en lange hals, die zich boven verbreedt tot een hartvormige opening. Het deksel is plat en hartvormig en vertoont een ramskop; de duimrust wordt dikwijls bekroond door twee eikels. In de 19de eeuw werden de kannen veelal voorzien van een draagketting.
.Bronvermelding    |    Top


Willkomm

(Du.) Algemene term voor reuzenbokalen die in de 16de en 17de eeuw, vooral bij gildenmaaltijden, van hand tot hand gingen. De bokaal, die soms een hoogte van 70 à 80 cm heeft, is van zilver, verguld zilver of tin, een enkele keer van glas en is voorzien van zilveren schildjes waarin de namen van de gildenmeesters zijn gegraveerd. De kelk is cilindrisch, bolvormig of ingesnoerd, de voet is gewelfd. Ook het deksel is gewelfd en dikwijls versierd met een schild, gedragen door een mannen- of vrouwenfiguur. In ruimere zin werd de naam Willkomm ook gegeven aan gildenvaatwerk, uitgevoerd in een aan het desbetreffende ambacht ontleende vorm, zoals bijv. een hamer, een laars, een weefspoel of een krakeling, maar ook aan gildenbekers in de vorm van een mens of dier, met afneembare kop.
.Bronvermelding    |    Top


Wöchnerinnenschüssel

(Du., Fr. écuelle d’accouchée of écuelle de baptême) Kraamvrouwennap die lijkt op de Nederlandse bagijnenkommen, met twee platte, dikwijls opengewerkte of met reliëfdecor versierde oren en een deksel, dat omgekeerd als bord kan fungeren.
.Bronvermelding    |    Top


IJkmerk

Met behulp van een ijkstempel geslagen merk op een metalen voorwerp met betrekking tot zijn gewicht of inhoud. Komt ook al vóór de officiële ijkwet (01-01-1820) in Nederland voor.
.Bronvermelding    |    Top


Zoutvat

Het laat-gotische tinnen zoutvat in omgekeerd afgeknotte kegelvorm met scharnierend deksel, is het oudste nog bewaarde model. In de renaissance krijgt het zilveren zoutvat de vorm van een rond schaaltje op een hoog en rijkversierd cilindrisch gedreven of gegoten voetstuk, een vorm die de barok met vlotbewegend en zwierig drijfwerk zal verlevendigen.
.Bronvermelding    |    Top


Zunftbecher

(Du.) Zie Gildenbeker.
. Top

Tin alfabetisch gedeelte


A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z


. Top

 

 

Visie | Disclaimer | Bronvermelding | Contact | ©2006-2010 Antiek-Encyclopedie.nl