U bevindt zich hier: Home > Artikelindex > Klokken & horloges > Klokken & horloges D t/m H
Dag- en nachthorloge Type horloge uit ca. 1700, waarbij de minuten op de normale wijze zijn aangegeven maar de uren zijn weergegeven op een draaiende schijf met een zonnetje voor de daguren en een maantje voor de nachturen. De schijf is zichtbaar in een uitgespaarde ruimte in de bovenste helft van de wijzerplaat. De uurindeling is om de roterende schijf aangebracht.. Demi-savonnette (Fr.) Variant op de savonnette, waarbij in het deksel van de kast een opening is aangebracht, zodat men de wijzers kan zien zonder het deksel open te klappen. Deze vorm zou afkomstig zijn van Napoleon Bonaparte die eigenhandig een dergelijke opening zou hebben aangebracht in het deksel van zijn horloge. Dial clock/English dial Wandklok waarbij de voorkant helemaal in beslag genomen wordt door de ronde wijzerplaat (dial). Vroege klokken, rond 1770, hadden een verzilverde messingwijzerplaat met gegraveerde cijfers. Na 1800 zijn de wijzerplaten in het algemeen wit met zwarte Romeinse cijfers; sommige dial clocks van voor 1860 hebben een bolle wijzerplaat. Zij werden voornamelijk gebruikt in scholen en kantoren. Een variant is de drop dial clock, waarbij onder de wijzerplaat een korte slingerkast is aangebracht.
Dikkop Friese of Groningse staartklokken die een vrij korte, brede staart hebben. Ze werden gemaakt voor de Drentse boeren, die tegen de zeer lage wanden van hun boerderijen geen normale staartklok konden plaatsen. Klik hier voor foto's en informatie over de waarde van Friese klokken.
Drop dial clock Zie Kastklok.
Drum-head clock (Eng.) Klok met kap in de vorm van een op zijn kant gekeerde trommel, op een verhoogde voet, met Engels uurwerk. Veel in kantoren en koffiehuizen. Stamt uit het eind van de 18de eeuw.
Duplexgang Soort rustende gang voor de draagbare uurwerken, verwant aan de cilindergang. Stamt uit de eerste helft van de 18de eeuw; mogelijk uitgevonden door Jean Baptiste Dutertre in 1724, maar meestal toegepast volgens de versie van Pierre Le Roy uit ca. 1750. Een variant is de Chinese of dubbele duplexgang, uitgevonden ca. 1830, waarschijnlijk door de Zwitser Charles Edouard Jacot. Omdat hier per seconde slechts éénmaal een impuls wordt gegeven, worden horloges met dit echappement dikwijls van een grote centrale secondewijzer voorzien, die men per seconde ziet verspringen. Ébauche (Fr., schets) Het incomplete uurwerk van een horloge, waaraan echappement of stenen nog moeten worden toegevoegd. De benaming wordt dan ook speciaal gebruikt ter aanduiding van de eerste fabrieksuurwerken, die aan individuele horlogemakers ter voltooiing werden geleverd. Echappement Het echappement (gang) bestaat in hoofdzaak uit twee onderdelen: de gangregelaar en het gang- of schakelrad. Het gangrad wordt aangedreven door een gewicht of een veer. De overige onderdelen worden door dit gangrad aangedreven. De gangregelaar dient om te voorkomen dat alle energie van gewicht of veer zich in zeer korte tijd in het gangrad ontlaadt. Het oudste echappement is de spillegang.
Échappement visible (Fr.) Van buiten zichtbaar aangebracht echappement. Émail en résille sur verre (Fr. résille = haarnetje) Vorm van emailleertechniek op glas of bergkristal die in het begin van de 17de eeuw in Frankrijk, en waarschijnlijk ook in Duitsland werd toegepast. Het patroon (meestal arabesken, bloemen, voluten enz.) werd in het glas of kristal gegraveerd waarna de vormen werden afgebiesd met gouddraad en
vervolgens opgevuld met email met een laag smeltpunt. De techniek werd gebruikt bij horlogekasten.
Engelse of vrije ankergang Behoort tot de vrije gangsystemen, waarbij de gangregelaar het gangrad beurtelings aanraakt en loslaat.
Engelse staande klokken Zie Amsterdamse staande klokken Engelse tafelkokken De Engelse uurwerkmakerkunst is nauw verbonden met de historie van de Nederlandse klokken, wat vooral te maken heeft met de culturele uitwisseling die in het laatste kwart van de 17de eeuw plaatsvond toen stadhouder Willem III koning van Engeland werd. De ontwikkeling van de staande en van de tafelklokken liep tot ver in de 18de eeuw min of meer synchroon. Zie Haagse klokjes. Entablement (Fr.) In het Ned. verbasterd tot ‘tafelment’, classicistische architectonische omlijsting van raam of deur, ook dikwijls van wijzerplaten van klokken, bestaand uit een fries met fronton op twee flankerende zuilen of pilasters.
Foliot Zie Balans.
Freischwinger (Du.) Soort pendule mysterieuse van Weense vinding, waarbij het uurwerk in het sIingerlichaam van de slinger is ondergebracht.
Fret Zie Belhek Friese klokken Klik hier voor foto's en informatie over de waarde van Friese klokken. Gangrad of schakelrad Zie Echappement.
Genève-email Het beschilderen van email zoals dit in de eerstr helft van de 17de eeuw werd ontwikkeld in Blois vond navolging in Genève. Na ca. 1700 heeft Genève Blois naar de tweede plaats verdrongen. De stad werd een van de belangrijke vroeg-18de-eeuwse centra van geëmailleerde horlogekasten, waarvan de fraaiste op naam komen van de gebroeders Huaud. Girandole clock (Am.) Wandklok die in vorm lijkt op de banjo clock: de staart eindigt echter in een ronde vorm. Het type werd ca. 1818 ontworpen door Lemuel Curtis. Globeklok Type tafelklok met draaiende cijferring en als wereldbol uitgevoerde uurwerkkast. Stamt uit midden 16de eeuw.
Gong Spiraalvormig gewonden metalen staaf, in ca. 1800 (verm. door Breguet) als ruimtebesparende geluidsbron in kleine klokken en horloges geïntroduceerd. Vervolgens om zijn gelijkenis met de echte gongs geliefd voor pendules. Zeer populair werd in de tweede helft van de 19de eeuw de op deze wijze geconstrueerde imitatie van de viertoons-kwartierslag van de klok van de Westminster te Londen uit 1859.
Goorse klokken Zie Twentse stoelklok.
Graham-gang Zie Rustende gang. Grande sonnerie (Fr.) Slagwerk dat de uren en kwartieren slaat en na elk kwartier het voorgaande hele uur herhaalt, dit in tegenstelling tot de petite sonnerie.
Grandfather clock (Eng.) Populaire benaming uit het begin van de 19de eeuw voor de staande klok (long case clock). Groningse stoelklok De Groningse stoelklok lijkt sterk op de Friese. Het uurwerk is meestal wat forser en de cijferring steekt iets buiten de rechthoekige wijzerplaat uit, waardoor deze klok ook wel schaapskop wordt genoemd. Haagse klokjes Toen Huygens in 1656 patent kreeg op het slingeruurwerk, liet hij zijn vinding aanbrengen in een tafelklok. Hiermee was de klok geboren die men algemeen aanduidt als het Haags klokje. Het werd de stamvorm van veel 18de eeuwse tafelklokken in binnen- en buitenland. Hakengang Terugwerkende gang, waarbij het kroonrad bij iedere beweging iets wordt teruggeduwd.
Half-hunter Zie Savonnette.
Hemelglobe Globe waarop de sterrenhemel is uitgebeeld, in de 16de eeuw soms toegepast bij tafelklokken.
Horloge à gaine (Fr. gaine = koker, foedraal of daarop lijkende pedestal) Staande klok.
Horloge de parquet Zie Regulateur.
Klokken & horloges alfabetisch gedeelte A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z |